Brusselle Carral Marine is een icoon van de kusteconomie. “In 1929 startte André Brusselle in Nieuwpoort met het herstellen van dieselmotoren. Gaandeweg ging hij met twee ingenieurs-tekenaars vislieren bouwen voor de Belgische visserij, zelfs tot in Canada. Dan kwamen er lieren voor bagger- en andere schepen en hydraulische stuurinrichtingen bij”, vertelt commercieel verantwoordelijke Noël Deputter.
“André Brusselle was een visionair die op het hoogtepunt met een 120-tal mensen toeleverde aan ronkende namen als Cockerill, Boelwerf en Rupelmonde. In 2000 stortte echter de Belgische scheepsbouwindustrie in, gevolgd door de financiële crisis in 2008. We werden door een Nederlandse holding overgenomen, maar gingen na vijf jaren van wisselend succes in 2014 failliet.”
In 2015 kwam er een herstart als Brusselle Carral Marine met drie nieuwe aandeelhouders: de Zeebrugse scheepshersteller Gardec van de familie D’hoedt, de Nederlandse lierenhersteller DMG en een inmiddels uitgestapte Spaanse partner.
“We verwierven opnieuw het vertrouwen van de Belgische visserijsector en van de grote baggergroepen DEME en Jan De Nul. Ook de Nederlandse scheepsbouwer IHC en het Havenbedrijf Antwerpen zijn goede klanten. We bieden onze klanten wereldwijd service, elk uur van de dag en elke dag van het jaar. In België zijn we uniek, en de internationale concurrentie gaan we tegen door robuuste producten van topkwaliteit te leveren.”
Visitekaartje
Vandaag werken in de Kustlaan in Zeebrugge negen mensen, waarvan acht op kantoor en één in het atelier. “De engineering doen we zelf vanuit onze historische knowhow. De productie besteden we uit aan gespecialiseerde toeleveranciers in binnen- en buitenland. Maar elk product wordt in ons eigen atelier geassembleerd en uitvoerig getest. Het portfolio gaat van een kaapstander van 100 kilo en tot een vislier (om het net op te halen, nvdr) van 125 ton die we ooit voor een fabriekstrawler bouwden. Voor grote stukken krijgen we in het atelier technische versterking van de zusterbedrijven Gardec en DMG.”
Op 28 juli werd met de Franse scheepsbouwer Naval-Kership het contract getekend voor de scheepsdekuitrusting van de nieuwe mijnenbestrijdingsvloot van de Belgische en Nederlandse Marines.
“Voor de twaalf mijnenjagers die tussen 2022 en 2029 gebouwd worden, mogen wij de ankermeerlieren (voorschip) en afmeerlieren (achterschip) leveren. De kostprijs blijft geheim, maar we kunnen wel zeggen dat dit een belangrijke opdracht is. Intern betekent het voor ons ingenieursteam een mooie uitdaging over meerdere jaren. Extern is dit een visitekaartje waarmee we verder onze plaats op de markt kunnen veroveren.”
(RJ - Foto MVN)